Koningen en hoogwaardigheidsbekleders in de oudheid hadden gegraveerde zegelringen die dienden als hun zegel, vergelijkbaar met iemands persoonlijke handtekening van vandaag. Het werd in klei gedrukt om bullas die een voorwerp of bericht verzegelde en daarmee de verzekering gaf dat het van die persoon afkomstig was of van hem/haar was.

Is het dan een wonder dat de Koning der koningen Zelf Zijn eigen koninklijke zegel zou hebben? Maar geen enkel zegel van goud zou groot genoeg zijn om te dienen als het zegel van de levende God! Daarom, gevormd in de hemelen door Zijn eigen handwerk, de zegel van de Mensenzoon is verschenen met een ongeëvenaarde grootsheid die niemand anders zich kan voorstellen. De twee kometen die het traceren vertellen het verhaal van Zijn offer en dat van Zijn volk door de symboliek van de sterrenbeelden waar ze doorheen reizen. Deze zegel spreekt van de onwrikbare wil van de Heer in de kracht van de eenhoorn, van het overwinnen van Zijn vijanden met de onreine haas in het vizier, en de open ark van Zijn wet, die de kern vormt van alles wat Hij en Zijn kerkgemeenschap doen.

Hoeveel informatie het Goddelijke Monogram kan bevatten, wordt alleen beperkt door iemands begrip van de hemelen en het werk van onze Heer om Zijn volk te redden van een wereld die gedoemd is tot vernietiging, door een Ark van veiligheid om te ontsnappen. Men hoeft niets te vrezen dat op aarde kan gebeuren in de tijd die door dit teken wordt afgebeeld, omdat wij kunnen vertrouwen op de naam van de Heer, wiens zegel wordt zelfs in ons hart gegrift.